44. Biggelaar
Biggelaar
Als oogkassen in een doodshoofd
Van ieder leven beroofd
Zijn ze daar;
De etalages in de Biggelaar.
Het licht is al jaren gedoofd.
Mijn naam is Ferry van der Ven, geboren in 1944 en getogen in Breda, maar al sedert 1971 woonachtig in Roosendaal. Ik mag me dus Roosendaler noemen, maar geen Tullepetaon, want dat laatste zit in je bloed.
In mijn rechtbanktijd was ik lid van de commissie “Lief en Leed” en in die hoedanigheid schreef ik vanaf 2009 tot 2014 voor leden van het team gedichtjes bij diverse gebeurtenissen, zoals Afscheid, Geboorte, Huwelijk, Verjaardagen, Ziekte en diverse andere onderwerpen. Bij mijn afscheid in 2014 heb ik die gedichtjes (totaal 330) gebundeld en uitgegeven ten behoeve van mijn collega’s onder de titel “Feiten en Omstandigheden”.
Soms vallen die gedichtjes plotseling bij mij binnen op de meest onmogelijke momenten, zoals in de vroege morgen vlak voor het ontwaken, of in het geval van “Het Serveerstertje” zomaar op het terras van de Moriaan, waar ik met mijn vrouw genoot van een parelende Duvel. Het meisje trok vanwege haar pure schoonheid onmiddellijk mijn aandacht en raakte mij diep in mijn poëtische ziel. Niet alleen de Duvel maakte mij gelukkig. Ik voelde mij echt een poëet!
— Ferry van de Ven