Het verhaal van Ank
In West-Brabant heeft naar schatting 1 op de 6 werkende inwoners (16-65 jaar) moeite met het lezen, schrijven en spreken van de Nederlandse taal. Zelfs voor mensen voor wie Nederlands de moedertaal is, kunnen deze vaardigheden een uitdaging zijn. Zij worden NT1'ers genoemd. De bibliotheek helpt deze mensen op weg bij de Taaloefengroep. Een van de deelnemers is Ank uit Klundert.
Ik vind het heel erg dat mensen drempelvrees hebben om naar een Taaloefengroep te gaan. Dat is nergens voor nodig.
— Ank
Uitgelachen
Tijdens de Taaloefengroep oefenen we in de bieb met de Nederlandse taal. Ank (74) uit Klundert is één van de deelnemers. “Vroeger op school had ik al moeite met lezen en schrijven. Op school werd ik hierdoor uitgelachen, de juffen hielpen me niet. Toen ik trouwde, zijn we een horecabedrijf begonnen. Mijn man was kok, ik stond achter de bar. Als ik iets moest lezen of schrijven, verzon ik altijd smoesjes. Niemand merkte in die tijd dat ik niet kon lezen of schrijven. Ik schreef de nummers van de menukaart op en ik kortte de drankjes af. Ik schreef mijn eigen onduidelijke taal die alleen ik begreep.”
Smoesjes
Laaggeletterden lopen in de praktijk tegen veel ongemakkelijke situaties aan. Het voorlezen aan de kleinkinderen was er voor Ank dan ook niet bij. “Als mijn kinderen vroeger met huiswerk of brieven thuiskwamen, kon ik ze niet helpen. Ook kon ik mijn kinderen en kleinkinderen niet voorlezen. Ik hield het boek van Jip & Janneke in mijn hand en verzon gewoon zelf verhaaltjes. Mijn kleinkinderen hadden dit natuurlijk door. Die zeiden: ‘Oma, dat staat er niet!’ Ik zei: staat er niet? Oh, m’n bril is vuil! Toen verzon ik nog steeds smoesjes. Maar dat is hartstikke goedgekomen sinds ik naar de Taaloefengroep ben gegaan.”
Voorleesoma
Het bezoeken van de Taaloefengroep helpt niet alleen om taalvaardiger te worden. Het kan soms ook leiden tot het ontdekken van nieuwe talenten.“Sinds ik bij de Taaloefengroep zit, heb ik goed leren lezen. Nu begrijp ik ook wat er staat. Soms vind ik het nog best moeilijk. Zo staan er in brieven vaak moeilijke woorden en lange zinnen. Maar ik vind het nu wel leuk om boeken te lezen! Geen dikke pillen hoor, gewoon makkelijke boeken. De bibliotheek heeft er zoveel! Daarnaast ben ik nu zelfs voorleesoma geworden in het speciaal onderwijs.”
'Ik spijker mijn Nederlands bij'
Mensen die laaggeletterdheid zijn, schamen zich daar vaak voor. Toch weet ook Ank uit ervaring dat het zonde is als je de stap naar de Taaloefengroep niet durft te zetten. “Wat ik soms nog moeilijk vind, is dat artsen vaak moeilijke woorden gebruiken. Nu durf ik te zeggen: ‘Wat bedoel je hier eigenlijk mee?’ Ik heb altijd gezegd: ‘Ik spijker mijn Nederlands bij’ omdat ik niet durfde te zeggen dat ik laaggeletterd was. In de supermarkt herken ik nu gelijk mensen die moeite hebben met het lezen van de verpakkingen. Ik vind het erg dat veel mensen ‘drempelvrees’ hebben om aan te geven dat ze moeite hebben met lezen en schrijven. En dat ze geen hulp zoeken. Want nú heb je misschien een gezin, of een partner maar misschien moet je het ooit alleen doen.’”
Ze begrijpen mij
Meedoen bij de Taaloefengroep is niet alleen leerzaam. Het is ook leuk. “Ik word begrepen, ik word geholpen en moeilijke woorden worden uitgelegd. Bij de bibliotheek begrijpen ze waar ik mee zit en daar word ik mee geholpen. Omdat ik ook gerustgesteld word, voel ik me ook zelfverzekerder. Ik ga met plezier naar de Taaloefengroep. Niet alleen omdat het werkt, maar omdat ik het hartstikke leuk vind!”